Laatst was ik in de grote kerk van Naarden. On top of the world zou je kunnen zeggen. In ieder geval in materieel opzicht maar ook wel in immaterieel opzicht. Ik was er namelijk om naar een concert te luisteren. Mijn lief zong mee met het koor. Wij waren er een uur en drie kwartier voordat het concert begon. Het koor moest nog inzingen. Dus ik installeerde me op een stoel om in alle rust een begin te maken aan een blog. Ik genoot van de ruimte om mij heen het geroezemoes van de koorleden en anderen die voorbereidingen troffen voor het concert. Lekker om even niets te hoeven.

Toen ik net een beetje tot mezelf was gekomen, stapte er een man het pad in waar ik zat. Hij bleek een kaartje te hebben voor de stoel naast de mijne. Hij was ook vroeg vanwege zijn vrouw die meezong. Mmm… daar ging mijn rust en gevoel van vrijheid. Met een zo open mogelijke blik probeerde ik mijn teleurstelling over zijn komst te verbergen. Ik haalde mijn spullen van ‘zijn’ stoel en borg mijn schrijfspullen op. Dat blog schrijven ging toch niet meer lukken.

Zwijgend naast elkaar zitten was niet echt een optie, dus we raakten in gesprek. Het bleek een vriendelijke man, ik schatte hem in als een levensgenieter.

Hij: “Wat ben je aan het doen?”

Ik: “Ik schrijf een blog.”

Hij: “Oh, hoezo?”

Ik: “Ik schrijf over wat mij in mijn werk bezig houdt.”

Hij: “Wat doe je dan voor werk?”

Zucht dacht ik, niet zo’n gesprek. Niet op vrijdagavond. Maar ik gaf toch antwoord. Even denken, hoe zou ik het nu eens insteken: “Ik werk als zelfstandig ondernemer. Ik bied projectmanagement voor mensen met duurzame ambities.”

Omdat ik bij de woorden duurzame ambities geen blik van herkenning zag, zei ik: “Voor mensen, organisaties die naast financiële drijfveren, het ook, of vooral, belangrijk vinden waarde toe te voegen voor mensen en het milieu. Ik ondersteun ze bij het in praktijk brengen van die ambities.”

Hij: “Oh mooi. Ja ik zie dat steeds meer bedrijven daarmee bezig zijn. Ik heb wel vaak het idee dat het vooral mooie woorden zijn.”

Ik: “Dat komt zeker veel voor. Dat heet greenwashing. Maar er is ook een steeds grotere groep organisaties en bedrijven die er serieus werk van maakt. Dat zijn bedrijven die inzien dat de huidige manier van produceren en consumeren vastloopt. De vraag naar energie en grondstoffen neemt toe, terwijl de voorraden opraken. Prijzen stijgen. Die bedrijven gaan op zoek naar andere manieren van ondernemen met slimmere business modellen.”

Hij, met enige twijfel in zijn stem: “Dus er zijn steeds meer bedrijven die dat willen?”

Ik hoorde mezelf nog een tijdje doorgaan met het overtuigen van mijn buurman van het belang van een duurzame ontwikkeling. Ik haalde er de metafoor bij van Jan Rotmans’ boek ‘In het oog van de orkaan’. Lineair versus circulair. De ontwikkeling van bezitten naar gebruiken. De hele rataplan. Het voelde ongemakkelijk. Ik voelde me een party pooper. We zaten in een prachtige ruimte, met prachtig licht. Mensen die kwamen om een mooie avond te hebben. En ik probeerde iemand uit te leggen dat we alles anders moeten doen. Te overtuigen van de urgentie ervan.

Waarom deed ik dat eigenlijk? Wilde ik gelijk krijgen? Laten zien hoe veel ik wist? Laten zien hoe belangrijk het werk was wat ik deed? Wilde ik de wereld redden? Ik vrees een mengeling van dat alles. Mijn ego had de leiding.

Gelukkig hielpen de woorden van mijn buurman me om weer te landen en bij mezelf uit te komen.

Hij zei: “Ik heb een koelkast van 10 jaar oud. Waarvan één onderdeel kapot is, maar ik kan dat niet meer laten repareren. Nu moet ik waarschijnlijk een nieuwe kopen.”

Ik merkte aan zijn stem dat hij ervan baalde. Ik zei: dat is een mooi voorbeeld. En dat meende ik. Eigenlijk vatte hij de essentie van mijn hele verhaal in één zin samen. Bovendien merkte ik dat ik nu contact met hem had over iets waar het mij ook om ging. Het bleek dat hij zich als een vaatdoek behandeld voelde door de producent. Dat maakte hem boos.

Dat raakte voor mij de kern van waar het wat mij betreft bij duurzaamheid om gaat, het gaat om contact maken. Met respect en liefde omgaan met mensen en hun leefomgeving. Toen we daarover met elkaar verder gingen praten, kregen we pas een echt gesprek. Alles wat ik voorheen in abstracto had proberen uit te leggen viel ineens op zijn plek. Ik hoefde eigenlijk helemaal niets meer uit te leggen. Er viel bij zowel hem als bij mij een kwartje.

We kregen een uitwisseling over wat er mogelijk is. Hoe zou het zijn als hij alleen zou betalen voor het gebruik van de koelkast? Dat hij dan geen omkijken zou hebben naar reparaties. En dat het eigenlijk voor de producent ook veel leuker zou zijn om ook tijdens het gebruik contact te houden met zijn klanten.

Het liet me weer eens heel duidelijk zien hoe belangrijk het is eerst te luisteren en open vragen te stellen, in plaats van een stortvloed aan feiten over iemand uit te storten. Daarmee geef je zowel jezelf als de ander de ruimte. Zoals de oom van William Ury, in diens boek ‘Getting Past No’ zei (vrij vertaald): Net zo belangrijk als de feiten, zo niet belangrijker, zijn de percepties van mensen van die feiten. Alleen als je begrijpt hoe mensen naar de feiten kijken, zal je effectief zijn in het maken van afspraken of het bijleggen van geschillen. Je zult pas impact hebben als je in staat bent eerst te luisteren naar de essentie, in plaats van impulsief te reageren en te willen overtuigen van de urgentie.

Pas als mensen het gevoel hebben dat je hen begrijpt en dat je hen echt aanspreekt heb je kans dat ze met je meegaan.

Dat is een algemeen geldend menselijk principe. Dit principe geldt dus ook in het werken aan duurzame oplossingen en het contact maken met jezelf en andere mensen daarover. Mensen met ieder hun eigen drijfveren, belangen en perspectieven.

Steeds weer gaat het daarbij om het contact durven en kunnen maken met de verschillen en het vervolgens vinden van de achterliggende overeenkomsten, van gemeenschappelijke universele waarden en belangen.

Na afloop van het concert zei ik: “Nou succes met je koelkast en zeg maar tegen die producent dat ze een waardeloos business model hebben.”

Hij moest lachen en zei: “Dat zal ik zeker doen!”

 

Ik hoor graag van je wat je gedachten zijn na het lezen van mijn blog. Laat het me weten op social media of stuur een mailtje naar anne@anne-elsen.nl of bel 06 1139 1641. Ik ben Anne Elsen en ik ondersteun managers, bestuurders en andere leiders met duurzame ambities, complexe projecten met plezier en impact te realiseren. Mensen zijn de sleutel om je duurzame doelen te bereiken. In mijn projectmanagement staan daarom mensen centraal. In mijn blogs schrijf ik over de menselijke kant van projectmanagement. Daarmee wil ik laten zien dat je mensen pas zult meekrijgen in het realiseren van je idealen, als je jezelf en anderen erkent voor wie ze zijn, wat ze drijft, en wat ze nodig hebben. Dan pas zul je samen met plezier resultaten bereiken. 

 

14 mei 2015

Share: